Mestonderzoek kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, met behulp van verschillende technieken.
Voor het vinden van de meest voor komende wormsoorten (grote/kleine bloedworm, spoelworm, veulenworm en lintworm) wordt gebruik gemaakt van het principe dat deze eitjes gaan drijven (flotatie). De methode die hiervoor gebruikt wordt is de McMaster methode.
McMaster Methode
Bij de McMaster methode wordt er een hoeveelheid mest opgelost in een speciale flotatievloeistof. Vervolgens wordt er wat van deze vloeistof in een speciale McMaster slide geïnjecteerd die vervolgens onder de microscoop wordt onderzocht. De eitjes drijven naar boven en komen tegen de onderkant van het bovenste plaatje aan. Hierdoor zijn de eitjes goed te vinden.
Bij het prepareren van het monster zijn verschillende methodes mogelijk, waarbij het aantal grammen mest en de hoeveelheid flotatievloeistof kunnen variëren. Daarnaast kan er gekozen worden voor het tussentijds toepassen van de sedimentatietechniek. Dit kan dankzij de gecalibreerde afmetingen van McMaster slide en het gebruikt van en een vaste hoeveelheid grammen mest + milliliters flotatievloeistof wordt gebruikt. Daarmee kan uitgerekend worden hoeveel eitjes er in iedere gram mest zitten.
De McMaster methode is een kwantitatieve methode, waarbij heel goed de ernst van een infectie kan worden uitgedrukt in EPG (eitjes per gram). HippoSupport past deze methode toe bij het standaard mestonderzoek.
Baermann methode
Een longworminfectie is niet aan te tonen met behulp van de McMaster methode. De eitjes van de longworm zijn al uitgekomen voordat deze met de mest mee naar buiten komen. Daarom wordt gebruik gemaakt van een andere methode, namelijk de Baermann methode. Bij deze methode wordt gebruik gemaakt van het principe dat de larven in de mest graag warme vochtige omstandigheden opzoeken. Er wordt bij deze methode een hoeveelheid mest in lauwwarm water gehangen. De larven kruipen uit de mest en komen in het water terecht, waar ze naar de bodem zinken.
Vervolgens wordt een hoeveelheid vloeistof van de bodem opgezogen en onder de microscoop onderzocht op de aanwezigheid van larven.
De Baermann methode is een kwalitatieve methode; er is een infectie aangetoond of niet. HippoSupport kan dit onderzoek voor u uitvoeren.
Dorsman Methode
Een andere methode die toegepast wordt is de (gemodificeerde) Dorsman methode. Deze wordt hoofdzakelijk gebruikt om leverboteieren te kunnen vinden. Deze eieren zijn te zwaar om betrouwbaar te kunnen vinden met de McMaster methode. Bij deze methode wordt een hoeveelheid mest opgelost in water en vervolgens goed gezeefd, waarbij steeds de tijd wordt genomen om de eieren te laten bezinken. Uiteindelijk wordt een hoeveelheid vloeistof met daarin de leverboteieren onderzocht onder de microscoop.
De (gemodificeerde) Dorsman methode is een kwalitatieve methode; er is een infectie aangetoond of niet. HippoSupport kan dit onderzoek voor u uitvoeren.