Bij mijn paard zijn geen wormeitjes gevonden (<50) bij het mestonderzoek. Hoef ik nu niks te doen?
Wij adviseren sowieso altijd conform het advies van de koepelorganisatie van dierenartsen (KNMvD) om contact op te nemen met je eigen dierenarts nadat je mestonderzoek hebt laten doen, ook als er geen wormeitjes zijn aangetroffen. Er kunnen namelijk altijd factoren zijn die wel aanleiding geven om te ontwormen. Jouw eigen dierenarts kent jouw paard en de omstandigheden waaronder jouw paarde gehouden wordt en heeft inzicht in de (medische) historie en kan op basis daarvan een goed wormbestrijdingsadvies geven en als dat nodig zou zijn een wormkuur verstrekken.
Om antwoord te geven op de vraag; NEE! Een “schoon” mestonderzoek betekent absoluut niet dat je achterover kunt gaan zitten.
De belangrijkste redenen hiervoor zijn als volgt:
- 1 Mestonderzoek = Géén Mestonderzoek. Als je nog nooit eerder mestonderzoek hebt laten doen en dus ook niet weet hoe het gesteld is met de natuurlijke weerstand en de gevoeligheid voor worminfecties van jouw paard, dan zegt de uitslag van 1 mestonderzoek eigenlijk niets. Je zult dit vaker moeten doen om hier inzicht in te krijgen.
- De uitslag betekent feitelijk niet dat je met zekerheid kunt zeggen dat je paard “schoon” is, maar dat je paard op het moment van het mestonderzoek geen volwassen wormen had die eitjes produceerde;
- Dat er op dit moment geen volwassen wormen zijn die eitjes produceren betekent niet dat er geen andere stadia van wormen aanwezig kunnen zijn, bijvoorbeeld ingekapselde wormen;
- Het kan natuurlijk wel zo zijn dat je paard echt schoon was op het moment van het mestonderzoek, maar dat wil niet zeggen dat je weiland ook schoon is. Een schoon mestonderzoek bij je paard is dus geen garantie dat er geen nieuwe besmetting kan plaatsvinden.
Juist bij een “schoon” mestonderzoek, of negatieve uitslag, is het zeer belangrijk om het paard te blijven monitoren op een eventuele nieuwe besmetting, of dat er toch wormen eitjes gaan produceren. Een nieuwe besmetting kan bij de juiste omstandigheden zeer snel escaleren in een forse besmetting. Veel mensen voeren een mestonderzoek uit vóórdat de paarden de (nieuwe) weide opgaan in het voorjaar, wat een strategisch moment is. Dit zorgt ervoor dat je geen nieuwe besmettingen introduceert. Want hoe zeker ben je ervan dat de weide dan ook schoon is van het vorige weide seizoen? Helaas zijn de zachte winters in Nederland absoluut geen garantie dat de wei weer helemaal schoon is. Het kan dus best zijn dat de “schone” paarden juist een infectie van de nieuwe weide oplopen. Onder goede omstandigheden kan zo’n wormpopulatie zeer snel groter worden. Daarnaast heb je vaak 1 of meer paarden in de kudde die veel gevoeliger zijn om deze wormen/larves op te nemen en een soort stofzuiger zijn van de wormen op de weide. Zou je in een dergelijke situatie geen mestonderzoek meer uitvoeren, dan is de kans groot dat je geheel onverwacht geconfronteerd wordt met een forse besmetting en een ziek paard! Ons advies is daarom ook om altijd regelmatig te blijven monitoren volgens het HippoSupport mestonderzoekschema.
Daarnaast betekent een schoon mestonderzoek dat er op dat moment geen eitjes van volwassen wormen werden terug gevonden in de mest. Het kan echter zo zijn dat er wel parasieten aanwezig zijn in het paard, maar dat deze nog zo vroeg in hun ontwikkeling zitten dat zij pas later eitjes gaan produceren. In de winter zie je dit bijvoorbeeld vaker omdat de bloedwormen dan ingekapseld kunnen zitten in de darmwand om in een soort van winterslaap te gaan. Ze komen vervolgens als de omstandigheden weer beter worden in het voorjaar weer in actie. Daarom is het heel belangrijk bij een schoon mestonderzoek je paard regelmatig te blijven controleren op wormbesmettingen. Alleen dan kun je goed in controle blijven en een eventuele besmetting tijdig signaleren en daar actie op ondernemen voordat dit de gezondheid van je paard ernstig aan gaat tasten.