aarom mestonderzoek doen niet gelijk staat aan niet-ontwormen
Tijdens veel evenementen spreken wij mensen over de manier waarop zij omgaan met ontwormen en mestonderzoek. Als wij dan vragen of ze al mestonderzoek doen, krijgen wij nog wel eens het antwoord; “Nee hoor, ik ontworm om de zoveel tijd”. Er lijkt een structurele misvatting te zijn ontstaan dat het doen van mestonderzoek gelijk staat aan niet-ontwormen. In dit artikel zullen we daar
verder op in gaan. Niet om de mensen die geen mestonderzoek willen doen over te halen dit wél te doen, maar om er voor te zorgen dat het besluit om geen mestonderzoek te doen is gebaseerd op de juiste argumenten.
Wat is (goed) mestonderzoek?
Misschien is het goed om eerst aan te geven wat in onze ogen goed mestonderzoek is. Wij zijn van mening dat juist het regelmatig doen van mestonderzoek een belangrijk onderdeel is van het totale wormmanagement. Met regelmatig bedoelen wij dat er meerdere keren per jaar standaard mestonderzoek wordt gedaan naar de meest voorkomende wormsoorten (bloedworm, spoelworm, lintworm en veulenworm) en dat er, indien daar aanleiding toe is, aanvullend mestonderzoek gedaan wordt naar longworm, leverbot en/of aarsworm. Het regelmatig doen van mestonderzoek helpt de paardeneigenaar om in goed overleg met de dierenarts gericht (tegen de juiste wormsoort) en op het juiste moment te ontwormen. Hoe vaak er per jaar mestonderzoek gedaan zou moeten worden, hangt af van verschillende factoren zoals leeftijd van het paard, stabiliteit van de kudde, komt een paard op vreemd terrein, hoe is het gesteld met de natuurlijke weerstand en de individuele gevoeligheid van het paard en worden er preventieve maatregelen genomen.
Wat is mestonderzoek niet?
- Van mestonderzoek gaan geen wormen dood, het is dus niet in plaats van ontwormin
- Mestonderzoek is niet per definitie een goedkoop alternatief voor blind ontwormen
- 1 mestonderzoek = geen mestonderzoek
Hoe kan mestonderzoek zinnig zijn als ik toch regelmatig wil (moet) blijven ontwormen?
Er zijn omstandigheden waardoor er, al dan niet in overleg met de dierenarts, toch voor regelmatig ontwormen gekozen wordt. Ook dan is mestonderzoek doen zinnig. Mestonderzoek kan boven alles een goede indicatie geven wat de meest geschikte wormkuur voor je paard zou kunnen zijn op dat moment. Als het paard bijvoorbeeld een spoelworminfectie heeft, zal de dierenarts kiezen voor een andere wormkuur dan wanneer er sprake is van een bloedworminfectie. Maar ook de mate van infectie kan de keuze voor een middel beïnvloeden. Bij een heel lichte bloedworminfectie zou de dierenarts voor een ander middel kunnen kiezen dan bij een hele zware bloedworminfectie. Daarnaast kan het moment van ontwormen beter getimed worden. Als na de vorige ontworming nog geen wormeitjes worden aangetroffen (en er dus geen volwassen wormen zijn die eitjes leggen) zou het raadzaam kunnen zijn om nog een paar weken te wachten tot er een infectie is en er wel aanleiding voor is. Op die manier ben je wel op tijd om een eventuele (her)infectie op tijd aan te pakken, maar “schiet” je niet mis door te ontwormen wanneer hier geen aanleiding voor is. Een bijkomend voordeel van het doen van regelmatig mestonderzoek dat je de gevoeligheid van je paard voor een worminfectie beter leert kennen. In de afgelopen jaren is het duidelijk geworden dat niet ieder paard even gevoelig is voor wormen. Als er 1 paard in een kudde staat met een zware worminfectie wil dat niet zeggen dat ze allemaal deze infectie hebben. In dit artikel kun je meer lezen over de de eigen weerstand van het paard.
Kortom ook voor paardeneigenaren die regelmatig willen blijven ontwormen, is het regelmatig uitvoeren van mestonderzoek zinnig om effectief met het wormmanagement om te gaan.